Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wee dengenen, die de ongerechtigheid [73]trekken [74]met koorden der ijdelheid, en de zonde als [met] dikke wagenzelen! 73. Anders, [tot zich] trekken. 74. Of, met zelen, of strikken, of banden der leugen. De zin is, die met schoonschijnende redenen, onder dezen of dien dekmantel, boosheid oefenen en als aanhalen en aanhouden, zichzelven inbeeldende dat het hun altijd wel zal gaan, en dat alles wat de profeten hun dreigen en prediken van de aanstaande straffen Gods, maar verbeelding is. Het is ene manier van spreken, genomen van degenen, die een schip of wagen met koorden aanhalen.